Inleiding
Een val is een veel voorkomend ongeluk bij ouderen. Vallen kan botbreuken veroorzaken of andere letsels met blijvende invaliditeit als gevolg. Vooral inactieve ouderen met chronische ziekten lopen een verhoogd risico om te vallen.
Eén van de grootste gevolgen van vallen is de verhoogde kans op botbreuken. De functionele gevolgen van een breuk zijn vaak ingrijpend en ondanks een langdurig revalidatieproces zijn de gezondheidsresultaten matig. De helft van de ouderen met een heupfractuur komt niet meer terug op het niveau van functioneren van voor de val. Veel ouderen worden na een val bang om opnieuw te vallen. Deze toegenomen valangst vermindert de mate van activiteit en mobiliteit met een verlaagde sociale participatie tot gevolg en een toegenomen afhankelijkheid van medische en sociale voorzieningen.
De doelgroep waarvoor het programma is bestemd
Het programma is bedoeld voor oudere mensen die een verhoogd risico hebben om te vallen. Zoals in de inleiding is aangegeven kunnen hierbij verschillende factoren een rol spelen. Belangrijke aspecten zijn: evenwichtsstoornissen, osteoporose, eerdere breuken, operaties, verhoogd medicijnengebruik, cognitieve stoornissen, de woonomgeving, loophulpmiddelen, gewicht, bewegingsarmoede en een verminderd gezichtsvermogen.
Doelstelling van het programma
Hoofddoel: het verminderen van het aantal valincidenten
Subdoelen:
Opzet van het programma
Het eerste consult bestaat uit een individueel gesprek waarin een vragenlijst wordt doorgenomen en enkele testonderdelen doorlopen. De testonderdelen bestaan uit een aantal gestandaardiseerde balans- en evenwichtstesten. Op basis van uw medische gegevens en de informatie uit de testen kan de fysiotherapeut een op maat afgestemd trainingsprogramma voor u opstellen. Verder krijgt u voorlichting en instructies over het trainingsprogramma en worden de afspraken gemaakt over de te volgen training.
Het programma bestaat uit 10 lessen van elk een uur. Er wordt geoefend in groepjes van 4-5 personen.
In het programma komen de volgende onderdelen aan bod:
Afhankelijk van de belastbaarheid en het gezondheidsprofiel van de mensen kunnen de inhoud en dosering van het programma worden aangepast. Het programma kent een aangepaste versie voor patiënten met osteoporose. Door het toegenomen risico op fracturen van deze mensen zullen de veiligheidsmaatregelen extra worden aangescherpt. Tevens zal in het programma voor mensen met osteoporose aandacht worden geschonken aan het verbeteren van de houding en het oefenen van activiteiten met osteogene prikkels.
Afronding van het programma
Aan het einde van het oefenprogramma volgen een afsluitende vragenlijst en enkele balans- en evenwichtstesten. Hiermee kunnen we de resultaten van het programma evalueren en bespreken.
Tijdens het trainingsprogramma bent u in aanraking gekomen met diverse bewegingsactiviteiten. U heeft geleerd om tijdens verschillende “moeilijke situaties” uw balans en evenwicht te behouden. Hopelijk heeft u meer vertrouwen in u zelf gekregen en bent u minder bevreesd om te vallen tijdens dagelijkse activiteiten.
Om dit vertrouwen vast te houden is het van belang dat u de oefeningen in de thuissituatie blijft onderhouden. De fysiotherapeut adviseert u welke vormen van bewegen het beste bij u passen en wat voor u mogelijk is.